Opdracht 6: Kies nou eens één ding!! OUD

Tussen ons 1e en ons 7e levensjaar worden wij gevormd en krijgen we geloofsovertuigingen over onszelf en hoe we ons behoren te gedragen. Dit komt o.a. door opmerkingen van onze ouders, of onze leraren. Als één van de volwassen in je leven zei dat je iets goed deed dan was je trots en ging je meer van dat gedrag vertonen. We willen namelijk allemaal goedkeuring van anderen, dan voelen we ons geliefd en hebben we het gevoel dat we het goed doen.

De tegenwerking van aangeleerde overtuigingen

Gedrag zoals de ‘onze’ (veel vragen als ‘waarom dan?’ en ‘hoe dan?’) was niet gebruikelijk op school, thuis en/of bij andere volwassenen die van invloed waren in je omgeving. Dit gedrag werd (onbewust) afgestraft. Op jonge leeftijd heb ik al geleerd om in te dimmen, minder van mezelf te laten zien en zijn, want dat was niet OK. Dit werd uiteraard niet letterlijk gezegd, en het was ook helemaal niet op die manier bedoeld. Zo voelde ik het echter wel. Dat was het begin van mijn conformeer gedrag.

Conformeer gedrag: Aanpassen omdat je het kunt, want je bent zo’n kameleon. En aanpassen omdat je aanvoelt dat het van je verwacht wordt. Omdat je het gemakkelijk kunt, doe je dit zonder blikken of blozen. Voordat je het weet ben je mijlenver van jezelf verwijderd en weet je op volwassen leeftijd ineens niet meer waar jij nou echt past (op werk en liefdesvlak, to name a few). Dat werkt dus ook door en daardoor vind je niet die juiste baan. Hierdoor komen er, wat je ook maar doet, telkens ‘foute’ mannen op je pad die je niet met het respect behandelen die je verdient.

Ga naar je werkboek en vul opdracht 6a- Kies nou eens één ding en 6b-Maak nou eens één ding af van module 2b.